Column 26 januari 2010
Spellingcontrole
Eind december, de periode dat we worden doodgegooid met top honderds, beste-van-het-jaarverkiezingen en andere lijstjes, hoorde ik op de radio een interview met Ewoud Sanders, die voor de NRC het lijstje verzorgt met de nieuwe woorden van het afgelopen jaar. Uiteraard bleek Sanders een groot taalliefhebber en hij vertelde een aantal smakelijke anekdotes over de herkomst van bepaalde woorden op zijn jaaroverzicht. Interessant was dat hij zich duidelijk distantieerde van de taalpuristen die periodiek steen en been klagen over de taalvaardigheden van de hedendaagse mens. Taal moet je volgens Sanders zien als iets levends dat zich constant ontwikkelt en voortdurend aan verandering onderhevig is. Dat aspect van taal is veel boeiender dan het geknies over de juiste spelling, over -d of -dt of over de ongebreidelde toename van het gebruik van Engelse woorden.
Tot op zekere hoogte ben ik het met hem eens. Door mijn beroep kom ik met enige regelmaat in aanraking met teksten waar op het gebied van spelling en grammatica niets op aan te merken valt, maar waarvan je je als lezer alleen maar kunt afvragen waar het nu precies over gaat, wat de auteur in vredesnaam bedoelt of erger nog, waarom hij of zij gemeend heeft de betreffende ontboezemingen op te moeten schrijven. Ook het omgekeerde komt voor: genoeg mensen hebben een interessant, boeiend of ontroerend verhaal te vertellen, maar slagen er om wat voor reden dan ook niet in dat in geheel correct Nederlands weer te geven. Hun teksten zijn desalniettemin de moeite waard.
Je zou dit samen kunnen vatten in de slogan: inhoud boven vorm. Een voor de hand liggende tegenwerping is dat je die twee niet geheel los van elkaar kunt zien. Een minimum aan vorm is nodig om welke inhoud dan ook op een begrijpelijke manier over te brengen. Is die vorm er niet, dan is er in zekere zin ook geen inhoud. Als ik iets opschrijf in een taal die niemand kent behalve ikzelf, dan is het voor niemand te controleren of ik iets zinnigs te melden heb.
Een belangrijke reden om toch een lans te breken voor het belang van de vorm waarin je iets opschrijft, is uiteraard ook mijn bestaansrecht als redacteur. Als het goed is, krijg ik teksten aangeleverd waarvan de inhoud weliswaar in orde is, maar waarvan de vorm nog te wensen over laat. Ik maak mezelf graag wijs dat mijn ingrepen niet alleen de vorm van de tekst (structuur, grammatica en spelling) ten goede komen, maar ook de begrijpelijkheid van de tekst voor de lezer, en daarmee dus de inhoud.
Ten slotte ruim ik graag nog een klein misverstand uit de weg. Veel mensen denken dat hun tekst na uitvoeren van de spelling- en grammaticacontrole vrij is van taalfouten. Nog afgezien van het feit dat dit niets zegt over de structuur van de tekst, blijken vrijwel alle teksten ook na uitvoering van deze controle nog fouten op het gebied van spelling en grammatica te bevatten. Soms zijn er zelfs nieuwe fouten ontstaan. Waarvan akte.
Satan Sprinkhaan