Column 30 november 2009
Absurd
In de wereld der organisatieadviseurs en arbeidspsychologen is het momenteel in zwang om werknemers in te delen in vier of vijf kleurtypen. Ik kwam zowel een indeling in vier typen tegen (uit het hoofd: blauw, groen, geel en rood) als een indeling in vijf typen (losjes gebaseerd op de Big Five, de vijf trekken die volgens veel psychologen bepalend zijn voor je karakter). Het laat zich raden dat er dominante en onderdanige werknemers zijn, groepsdieren en Einzelgänger, intro- en extraverten, en uiteraard twijfelaars en snelle beslissers.
De snelle beslissers willen op basis van beknopte en ter zake doende informatie een knoop doorhakken en dan verder met de volgende klus. Aan nuanceringen, mitsen en maren heeft de snelle beslisser een broertje dood, evenals aan inspraakprocedures of ellenlange besprekingen. Hij zal er wel voor zorgen dat besluitvormingsprocessen niet verzanden in het oeverloos afwegen van argumenten pro en contra. Handen uit de mouwen en aanpakken maar.
Snelle beslissers tref je niet alleen aan binnen organisaties (met name onder managers, vermoed ik), ook in de politiek heb je mensen die onder het mom van daadkracht voor elk maatschappelijk probleem, hoe complex ook, een hapklare oplossing uit hun mouw schudden. Afgaande op het succes van dergelijke politici spreekt dit sommige mensen enorm aan. Zij vallen blijkbaar voor de verleiding van klare taal (of Annie M.G. Schmidt blij geweest zou zijn met de aanduiding 'Jip-en-Janneketaal' vraag ik me af) en de suggestie dat de wereld eigenlijk heel eenvoudig in elkaar zit.
Die verleiding is begrijpelijk. Het alternatief is het besef van de absurditeit van de wereld en het leven. In De mythe van Sisyfus omschrijft Albert Camus deze absurditeit als de tegenstelling tussen het gegeven dat de wereld niet redelijk is en het verlangen van de mens naar helderheid. De snelle beslissers komen aan dit verlangen tegemoet, maar ontkennen daarmee het onredelijke karakter van de wereld. Concreet: wie probeert een willekeurig probleem zorgvuldig en van alle kanten te benaderen en daarbij recht te doen aan alle mogelijke nuanceringen, kan onmogelijk nog met droge ogen een hapklare oplossing presenteren. Sterker nog, zij of hij gaat zich realiseren dat er geen oplossing bestaat die aan alle mogelijke bezwaren tegemoetkomt.
Het besef van absurditeit kan zo verlammend werken. Toch is het volgens mij een voorwaarde om de wereld open en nieuwsgierig te kunnen bekijken, dat wil zeggen zonder van te voren al bepaalde standpunten en niet door een ideologisch gekleurde bril. Bovendien klopt het. Om met John O'Mill te spreken:
The absurdest thing I ever heard
is that this world is not absurd
30 november 2009