Column 4 november 2015
Bladblazer
Aangezien ik van de fysiotherapeut regelmatig even van mijn stoel moet opstaan, sta ik tegenwoordig zo nu en dan een tijdje voor het raam naar buiten te kijken. Vanochtend viel daarbij mijn oog op een medewerker van de gemeente. Met een bladblazer blies hij bladeren weg van een smalle strook gras tussen de stoep en het water, dat de begrenzing vormt tussen de openbare weg en de sportvelden aan de overkant.
Dit schouwspel riep bij mij een prangende vraag op: waarom? In het onderhavige jaargetijde verzamelen zich op allerlei plaatsen grote hoeveelheden bladeren. Dat het zinvol en nuttig is om bladeren te verwijderen van wegen en van wandel- en fietspaden lijkt me evident. Als die bladeren vochtig zijn, kan het behoorlijk glad worden; al menig werkman viel op zijn gelaat. Maar in het gras kunnen de bladeren toch blijven liggen? Temeer omdat de grasstrook in kwestie behoort tot het soort plaatsen waar hondenbezitters hun huisdier graag laten poepen, zodat maar weinig mensen de aandrang zullen hebben om door het gras te gaan lopen. De stoep ligt ernaast.
Werkt bij de gemeente iemand die houdt van bladervrije grasstroken? Iemand met een uitgesproken voorkeur voor netjes en opgeruimd groen? Die een hekel heeft aan de gewoonte van natuurbeheerders om in bossen de omgevallen bomen en de afgewaaide takken te laten liggen, omdat dat goed zou zijn voor de biodiversiteit? Zoals Voltaire al schreef: Il faut cultiver notre jardin – we moeten onze tuin onderhouden. Daarmee ben ik het van harte eens, maar of Voltaire ook bedoelde dat er geen gevallen bladeren in het gras mogen liggen?
Op dit moment heeft de gemeentemedewerker gezelschap gekregen van twee collega’s en wordt er gerookt en overlegd. Het gras is zo goed als bladervrij; de stoep is bedekt met een imposante laag glimmend populierenblad.